Van de ene op de andere dag trok mijn lief de stekker uit onze relatie. Een bus van links die ik niet had zien aankomen. Mijn hart lag aan duizenden stukken. Adembenemend was het. Alle jarenlang zorgvuldig opgeborgen en toegedekt trauma’s verdrongen zich ongeduldig om gezien, gehoord en op schoot genomen te worden. Verlatingsangst, de angst van niet goed genoeg zijn, de angst dat ik blijkbaar niet in staat was om te ‘zien wat er echt aan de hand was’. Nou ja de hele wormenemmer zeg maar. Op de bodem van de put herinnerde ik mij dat er ergens in het meest noordelijke puntje van Groningen, geplakt tegen de oevers van de Waddenzee, een Zen-Boeddhistisch klooster is. Ik had wat ervaring met Zen meditatie en besloot mijn shit onder mijn arm te nemen en aan te kloppen bij dat klooster.
In dat soort kloosters doen ze niet aan praattherapie, maar zit je in stilte met ‘dat wat is’. Klinkt mooi en hemels op papier, maar toen ik daar eenmaal zat vond ik het een levende hel. Brandweerauto’s met pijn, verdriet, woede, razernij karde door mijn ziel. Ik heb mij nog nooit zo verweesd gevoeld. Acht uur per dag zat ik daar in stilte, tussen twee vrouwelijke monniken. Die plek tussen die twee was natuurlijk niet voor niets kon ik na de eerste dagen voelen. Er ging een enorme kracht uit van hun stille beschikbaarheid. Hoewel we geen woord wisselde, kon ik mij gedragen voelen door hun aanwezigheid. Bij iedere traan die op mijn kussentje belandde voelde ik dat die oordeelloos en liefdevol werd opgevangen door de zijnskracht aan mijn linker- en rechterzijde. Ze hielden mijn hand niet vast, maar wel mijn hart kon ik zo voelen. Ik voelde mij gedragen.
Het werd stiller en stiller in mij en na verloop van tijd kwam ik een laag van ‘wetende stilte’. Ik ontdekte dat er in mij een ruimte is waar ik met mezelf kan zijn en waar er plek is voor de ander. Waar ik beschikbaar ben voor wat zich aandient en er ‘op goede dagen’ 😉 zelfs mild en oordeelloos naar kan kijken. Dat iedere emotie een plek heeft en dat daar niets aan veranderd hoeft te worden. In het klooster, tussen die twee vrouwen, werd ik een beetje wakker kan ik nu jaren later voelen.
De voorbije weken zag ik zoveel verweesde zielen. Op tv, op de radio en ze danste tussen de letters in de krant. Karrevrachten vol emoties denderen door de maatschappij. We betreden een nieuwe fase van polarisatie als je het mij vraagt. Ik snak naar adem en zie vooral heel veel pijn en verdriet, niet gehoord en niet gezien. Aan alle kanten, bij alle partijen. Ik heb de oplossing ook niet, maar deze week moest ik vaak denken aan die twee vrouwen aan mijn zijde op dat matje in het klooster. Die in stilte beschikbaar waren om woordeloos te luisteren, door alle emoties heen. Misschien kunnen we proberen wat stiller te zijn en elkaar vanuit die stilte opnieuw proberen te ontmoeten.